Louis Gooren (1943-2023)
Louis Gooren begon de eerste transpoli ter wereld. ‘Ik zag dat ze het nodig hadden’
Pionier in de transzorg Louis Gooren is op 80-jarige leeftijd (2023) overleden. Hij leek conservatief, aan de buitenkant dan, maar zijn missie was om de ziekenhuiszorg van binnenuit voorgoed te veranderen.
In de tijd dat veel psychiaters trans personen afdeden als mensen met een psychose ontving hormoonarts Louis Gooren (1943-2023) al transgenders op zijn spreekuur. Niet veel later richtte hij de eerste transgenderpoli ter wereld op. Op zondag overleed de grondlegger van de VU-genderpoli – de poli die de meest vooruitstrevende ter wereld werd – op 79-jarige leeftijd.
Gooren was, zeker in medische kringen, wereldberoemd. Maar hij is altijd bescheiden gebleven. Wanneer hem gevraagd werd waarom hij trans personen wilde helpen, zei hij simpelweg: ik zag dat ze het nodig hadden. Dat hij praktisch de enige was die dat opmerkte in die tijd, lijkt hem niet op te vallen. Het was vanzelfsprekend. Waarschijnlijk had het iets met zijn opvoeding te maken, zei hij eens in een interview met historicus Alex Bakker.
Zijn moeder, die van voor de oorlog is, was erg ‘verlicht’ als het ging om seksualiteit, zei hij: “Ze gaf ons mee dat het een geschenk is. Dat heeft mij geholpen in het accepteren van mijn homoseksualiteit. De moeilijkheden die ik ermee gehad heb, lagen aan afwijzing door de buitenwereld, niet aan eigen schaamte of schuldgevoel. Dat heeft mij gevormd. Toen ik rond 1975 transgender personen leerde kennen, voelde ik direct een betrokkenheid van binnenuit. Als ik me soms een buitenstaander voelde, nou, deze mensen werden werkelijk uitgekotst door de maatschappij.”
De echte durfals waren al in Londen of Casablanca geweest
Toen hij in 1975 met een spreekuur begon, was er zo weinig bekend over hormoonbehandelingen dat hij vooral vragen stelde en luisterde, vertelde hij in 2013 in Andere Tijden: wat bezielt u, wat wilt u, en hoe ziet u de oplossingen van u problemen? Zo kon hij erachter komen wat mensen nodig hadden, maar ook wat voor andere behandelingen er bestonden.
Want de ‘echte durfals’ waren naar Casablanca of Londen geweest, waar – soms clandestien – al operaties uitgevoerd werden. De eerste patiënten van Gooren vertelden dat ze zich voor het eerst gezien voelden door een arts. Het zorgt voor vertrouwen, zei Aaicha Bergamin in Andere Tijden. Een vriendin kan wel zeggen dat ze haar een vrouw vindt, het is wel anders als een professor dat doet.
Ondertussen begon hij met wetenschappelijk onderzoek. In de marge, want geld was er niet: “Als het bloedlab capaciteit overhad, kregen we een seintje: kom maar langs met je buisjes!”, vertelde hij aan historicus Bakker. Het was soms best ingewikkeld: bij andere medische problemen kon hij overal ter wereld een collega bellen voor advies. Hierin was hij alleen. Des te meer reden om door te gaan, leek hij te denken.
‘Bent u niet een beetje een hele bijzondere dokter?’
Langzamerhand kreeg de poli steeds meer vorm. Tot het een echte kliniek werd. Gooren had een soort dubbelrol. Aan de ene kant was hij bezig met mensen zo goed mogelijk te helpen, aan de andere kant was hij emancipator. Hij bezocht elke talkshow, liet zich talloze keren interviewen. Hij besefte dat als hij er niet over vertelde, genderwerk voor de grote meerderheid een wezensvreemd verschijnsel zou blijven. Hij wilde ervoor zorgen dat trans mensen overal geaccepteerd worden. Dat ze van geslacht mogen veranderen in hun paspoort. Dat hun operaties verzekerd worden.
“Uw team verricht iets dat onomkeerbaar is”, zegt Karel Prior in 1990 tijdens zijn talkshow Avro Karel. “Uw team is het enige team op de hele wereld die de behandeling helemaal doet. Zijn die anderen nou allemaal achterlijk of bent u toch een beetje een hele bijzonder dokter?” Nou, antwoordt Goor, “Je moet een beetje tegen de stroom oproeien.”
Voor iedereen geitenpaadjes
Op zijn hoofd een typische gele jaren negentig bril. Verder is hij conservatief gekleed. Dat is bewust, zegt hij, het helpt hem in zijn werk. Hij zorgen niet voor controverses en probeerde van binnenuit de hulpverlening op gang te krijgen. Geweld leek hem niet succesrijk, en past niet bij zijn karakter. De strategie was verder “om ten eerste onophoudelijk te benadrukken hoe ernstig genderdysforie is. Mensen lijden hieraan.”
De pionier zorgde ervoor dat de wetenschap achter transoperaties zoveel mogelijk in de medische literatuur kwam. Op die manier kon niemand er meer omheen. Ondertussen kwamen er steeds meer mensen naar de poli. Ook diegenen die zichzelf lang verstopt hadden. Voor iedereen vond hij, als het nodig was, geitenpaadjes. Zo verklaarde hij aan priesters die transgender personen verboden te scheiden dat de persoon nooit een echte man c.q. vrouw was geweest.
In 1988 werd hij bijzonder hoogleraar in de transseksuologie – ‘een definitief bewijs van erkenning.’ Over het algemeen is zijn missie geslaagd, zei hij in 2020. Want: alle grote leerboeken over hormonen hebben nu een hoofdstukje over transseksualiteit.
Al een lange tijd houdt Jos Megens zich bezig met de behandeling van transgenders. Hij is coördinator en oprichter van het VU Medischcentrum Genderteam in Amsterdam.
Dit team is hij rond 1975 samen met Louis Gooren gestart om mensen te kunnen helpen, die tot die tijd nergens naartoe konden met hun problemen. Gooren was dokter en gespecialiseerd in hormonen. Later kwam Dokter Anton Verschoor erbij, hij was de psycholoog van het team. Jos geeft naast zijn werk binnen het ziekenhuis ook al ruim drie decennia onvermoeibaar voorlichtingen en lezingen over transseksualiteit. Jos Megens studeerde toen nog geneeskunde.
‘Ik studeerde maar wilde eigenlijk snel geld verdienen. Toen ben ik naar een uitzendbureau gegaan en zo ben ik eigenlijk toevallig hier in gerold. Op een dag kwamen er toen drie transvrouwen binnen, dus van man naar vrouw, die in Londen waren geopereerd maar hier hun hormonen lieten checken. Ik deed het gesprek met één van deze dames. Ze begon halverwege het gesprek heel hard te huilen. Toen ze me aankeek werd ik zelf ook emotioneel. Ze was vroeger als man een bankdirecteur, getrouwd en had zelfs kinderen. Maar toen ze uiteindelijk liet blijken dat ze toch echt een vrouw was, raakte ze alles kwijt. Haar baan ten eerste. Maar ook haar kinderen, die mocht ze nooit meer zien van de rechter. Er werd haar verteld dat ze gek was en het absoluut niet goed was voor de kinderen’ vertelt Jos me.
‘Toen ik dit hoorde en zag, wist ik dat dit mijn roeping was. Ik wilde niet dat mensen zich opgesloten moesten voelen in hun eigen lichaam.’ Vanaf dat moment is Megens ook continu bezig geweest met het oprichten van een team dat er voor zou zorgen dat deze mensen ergens terecht konden. ‘Het was in het begin heel lastig omdat we het eerste land in de wereld waren waar dit gebeurde. Een speciale afdeling voor transgenders in een gereformeerd ziekenhuis was echt een wonder. De hele wereld keek naar ons en we werden nauwlettend in de gaten gehouden. Het was lastig omdat we echt alles opnieuw uit moesten vinden. Maar tegelijkertijd ook zo bijzonder.’
In ons gesprek beginnen we bij het begin en legt Megens me uit hoe het vroeger allemaal in zijn werking ging. ‘Je was vroeger echt nog lang niet jarig als je geboren werd in het verkeerde lichaam. Zoals je ook ziet in de aflevering van Andere Tijden. Mensen moesten travestie shows doen en de prostitutie in om een operatie te kunnen betalen en je werd door iedereen om je heen verstoten. Gelukkig is dat tegenwoordig wel anders. Operaties en behandelingen zitten hier in Nederland tegenwoordig gewoon bij de zorgverzekering. Sinds 1980 zijn ziektekostenverzekeraars deze kosten gaan betalen in Nederland.
‘Maar we hebben hier ook genoeg buitenlanders die gevlucht zijn uit hun eigen land omdat ze daar anders vermoord werden of gevangen gehouden. Zo hebben we mensen uit Irak, Soemalië en Iran. In deze landen is het gewoon echt onmogelijk je te uiten als transman of vrouw. Ook hebben we asielzoekers hier die ook niet meer terug kunnen naar hun eigen land omdat het echt niet geaccepteerd wordt.’
Maar weer even terug naar vroeger. Want hoe ging dat eigenlijk voor dat er een speciale afdeling kwam in het ziekenhuis? Waar moest je heen als je genderdysforie had en misschien nog wel een belangrijkere vraag, wie moest de diagnose stellen? Er waren toen nog helemaal geen artsen of hoogleraren in de transseksualiteit. ‘Ja, vroeger moest je echt naar privé klinieken en daar werd alles dan in het geheim uitgevoerd. Zoals je ook ziet in de documentaire I am a woman now. Je betaalde een gigantisch bedrag en dan moest je vaak ook nog eens naar het buitenland. Wij zijn namelijk toen in de zestig en zeventiger jaren naar Thailand afgereisd om daar naar de operatietechnieken te kijken. Hier in Nederland kon je wel hormonen krijgen bij verschillende artsen, maar je kon niet geopereerd worden, daarvoor moest je naar Londen of Casablanca en later dus ook Thailand.’
De toekomst
Als ik Jos vraag wat zijn ideeën zijn over de wat de toekomst nog zal brengen is hij zeer positief. In de toekomst zal de wetenschap namelijk zeker nog veel innovatie met zich mee brengen en zullen veel technieken nog worden verbeterd. Er zijn tegenwoordig zelfs al experimenten met de zogenaamde ‘kweekpenissen‘. De wetenschap is tegenwoordig al van zo uitzonderlijk hoog niveau. Dat deze verbetering op dit gebied ook zeker een bijdrage kunnen gaan leveren aan de operaties op de genderafdeling.
Jos Megens is zelf heel blij met de nieuwe wet die in juli is ingegaan in Nederland. Voorheen mocht je namelijk niet je genderidentiteit aanpassen in je paspoort. Dus je mocht niet een M voor een V veranderen, of anders om. Tegenwoordig mag dit wel. Er was eerst een kleine tussenweg gevonden, namelijk dat je het alleen mocht veranderen als je ook daadwerkelijk een geslachtsveranderende operatie had ondergaan. Maar tegenwoordig mag je met een geldige verklaring van een psycholoog dat je je een man of vrouw voelt je M of V aanpassen.
‘Ik vind dat is echt een stap in de goede richting, Want door dit toe te laten heb je ook zoveel minder problemen in het dagelijks leven. Plus dat het door het wat meer normaal te maken wordt het fenomeen transgender zijn ook meer geaccepteerd in de wereld. Want we zijn goed bezig maar er kan nog een hoop vooruitgang geboekt worden op het gebied van de acceptatie rond het onderwerp.’